221 Be storm woedt de menschen vallen, klemmen zich vast aan den grond, graven zich in de modder, om te blijven waar zij zijn; gezichten en oogen vol bloedig slijk. Een enkeling waagt het hoofd omhoog te heffen de boom is gevallen Hoog in de lucht hangt een kooitje. Nil var.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Almanak der Koninklijke Militaire Akademie | 1934 | | pagina 237