95
JAARVERSLAG 1933-1934.
Onze groote handicap bleek ook dit jaar een gebrek aan gerouti
neerde krachten in het jongste jaar te zijn. Toch werd dadelijk met
de training van vier jongste jaars begonnen die het in den loop van
het jaar zoover brachten, dat zij op de Hollandia-wedstrijden konden
uitkomen. Hoewel de heat verloren werd, bleek de gemaakte tijd
niet slecht, zoodat wij onze hoop op het volgende jaar gevestigd
hebben.
In het voorjaar nam een achtriemsgiek-ploeg, die samengesteld was
uit vier ervaren roeiers en vier man uit de overnaadsche ploeg van
het vorige jaar, deel aan de ,,Head of the River"-wedstrijden te
Amsterdam. Ze passeerde als vierde de eindstreep.
De bereikte resultaten hebben we voor een groot deel te danken
aan de voortdurende leiding van den eerste-luitenant Ir. Van der
Trappen en den huidigen tweede-luitenant Franchimont, die al hun
vrijen tijd aan het coachen opofferden.
Aan het einde van den cursus droeg de ritmeester Schummelketel,
in verband met zijn vertrek naar Indië, het beschermheerschap over
aan den eerste-luitenant Ir. Van der Trappen, na vele jaren zijn
zeer gewaardeerde krachten aan de C.R.V. gewijd te hebben. Het
Bestuur twijfelt er niet aan, of het heeft in luitenant Van der Trappen
een waardig opvolger van den vorigen beschermheer gekregen.
Na in het voorgaande een kort overzicht gegeven te hebben van
de gebeurtenissen in het afgeloopen jaar, nog het een en ander
over een onderwerp, dat eigenlijk niet in. een jaarverslag thuishoort.
Zooals waarschijnlijk bekend is, was de kapitein A. Dudok van Heel
gedurende jaren de steunpilaar van de C.R.V.waardoor deze
vereeniging tot grooten bloei kwam. Men kan, wel zeggen, dat alles
waarop de vereeniging heden ten dage nog teert, aan zijn juisten
en ruimen blik, en aan zijn stoere werkkracht te danken is. Veel
heeft hij voor onze vereeniging gedaan, veel eraan geschonken.
Wat hij op zich genomen had, was voorwaar geen gemakkelijke taak,
die nog bemoeilijkt werd door de steeds wisselende besturen.
Wij hebben gemeend op geen betere wijze aan onze waardeering
uiting te kunnen geven dan door de C.R.V. Dudok van Heel" te
doopen, hetgeen, naar wij hopen, in tegenwoordigheid van hem
zelf zal kunnen geschieden.
Het voornaamste doel zal zijn om een bootenfonds te stichten, waar
door steeds over een behoorlijke reserve beschikt zal kunnen wor
den. De daarvoor benoodigde gelden zullen voornamelijk moeten
komen van diegenen, die van het materieel in den loop der jaren
geprofiteerd hebben.
