Bij de beeltenis van Zijne Koninklijke Hoogheid Hendrik, Wladimir, Albrecht, Ernst, Prins der Nederlanden, Hertog van Mecklenburg. (19 April 1876 3 Juli 1934). Nauwelijks bekomen van het verlies onzer dierbare Koningin- Moeder, werd het Koninklijk Huis en het Nederlandsche volk den derden Juli op pijnlijke wijze opnieuw herinnerd aan de vergankelijkheid van het menschenleven. Het stralende begin van den zomer kon niet de groote verslagenheid bemantelen, die bij het verscheiden van Zijne Koninklijke Hoogheid Prins Hendrik als een schok door het land ging, In volle wapenrusting ging de Prins het hiernamaals tege moet, Zijnen arbeid verrichtende in het belang van het Roode Kruis, dat, naast zoovele andere maatschappelijke instellin gen, de hoogste belangstelling had van Hem, die steeds op de bres stond tot leniging van het lot der minder goed be deelden. Zij, die, hetzij te land, hetzij ter zee, hunne krachten aanwendden tot heil der menschheid, konden op de Hooge waardeering van den Prins staat maken. Het Nederlandsche volk zag daarom den Prins, met Zijn zonnig karakter, vooral gaarne als beschermer en stuwende kracht van bewegingen, die warmte en opbeuring gaven in zoo menig huisgezin. Tot over het graf heeft het wit der bijzetting getuigd van wat het leven en streven van den Hoogen afgestorvene heeft beheerscht; het moge voor ons de verzekering zijn, dat Zijn werk beheerscht werd door idealen, die, meer dan woorden vertolken kunnen, de groote dankbaarheid verdienen van allen waaronder wij die de historische leiding van ons geëerbiedigde Vorstenhuis als een onschatbare zegen voor ons vaderland beschouwen. Sr. 2

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Almanak der Koninklijke Militaire Akademie | 1934 | | pagina 10