Totdat
ook voor haar! Zij evenwel, ging soms 's avonds toch uit
met een vriendin. Dan gingen zij wandelen, fietsen of ook
wel eens naar een lunchroom. Als zij daar dan zoo zat,
het hoedje scheef op het pittige hoofdje, de blonde krullen
brutaal om haar wangen spelend en met de groote blauwe
oogen, die alles opmerkten, zeiden de oudere menschen:
,,Wat een aardig meisje!" De jongelui vonden dat ook.
Want zij was aantrekkelijk. De jongens, die aan een tafeltje
in haar omgeving zaten, begonnen wel eens een praatje.
Zij wist hen evenwel altijd met een van haar stereotiepe,
vinnige gezegden op een afstand te houden, want in derge
lijke gevallen was zij heusch niet op haar mondje gevallen.
En in haar verbeelding zag zij hem, zittend aan zijn schrijf
tafel, gebogen over zijn boeken, het hoofd gesteund op
beide handen. Een eenvoudig lampje zette hem in het
volle licht.
Op een namiddag zat zij met haar vriendin weer in de
zelfde lunchroom. Zij was echt fijn aan het snoepen van
een heerlijke ice-cream soda, keek eens rond en zag aan
een naburig tafeltje twee heeren zitten, waarvan een wel
bijzonder knap was. Hij had een prachtig slank figuur; zijn
vierkante, sterke schouders, deden vermoeden, dat hij een
goed athleet was. Zijn zwarte haar zat keurig op het hoofd
geplakt en zijn bruine oogen schitterden.
Plotseling keken zij elkaar aan. Het was, alsof beiden er
door getroffen waren. Een vluchtige gedachte ging door hun
brein. Maar dan teekende zich op hun gelaat een lach en
hun oogen drukten een verlangen uit. Hij stond op en ging
naar haar tafeltje.
Hallo Beppie, hoe gaat het met jou?
Zij stond perplex. Hoe wist zoo'n vreemde haar naam? Maar
al gauw was zij weer in haar oude doen terug. Zij vroeg
hem, waar hij het vandaan haalde, haar op een dergelijke
manier aan te spreken.
Haar viel evenwel op, dat zij ditmaal den goeden toon niet
had kunnen vinden. Hij liet zich door deze woorden niet
uit het veld slaan en zij vond hem toch wel erg aardig.
Nu begon er een prettig gesprek, Hij tracteerde en genoe-
132