RIDDERS. Pa rceval doodde zijn roode ridder. De westersche wereld bestond uit ridders en avonturen. Elke ridder was een held, een heerscher, omdat in dien tijd de wereld groot en leeg was. Kloeke en moedige daden verrichtten die ridders. Zij konden ze verrichten, want in de lage dalen onder de nevelen, woonde de romantiek, en op de hooge bergen er boven, heerschten de tooverkrachten, die slechts door durf en vastberaden daden overwonnen konden worden. Hoog boven deze landen, die droomden in hun eenzaamheid, troonde het rad van den tijd. Beneden kende niemand het en toch vlogen, met angstwekkende snelheid, de dagen en jaren voorbij. Hagen's speer trof Siegfried. Merlyn's kracht werd gebroken, De grijze Arthur voer weg over de grauwe, groote zee. Theodoric bouwde zijn praalgraf, Etzel zijn steden aan de Donau. Tenslotte doordreunde Rolands hoorn het oude gebergte van Roncevalles En met dezen, laatsten toon stierf ook het geslacht der oude mythische helden. Nieuwe tijden kwamen. Het rad smeet menschen op de aarde. Millioenen menschen. De westersche wereld bestond slechts uit menschen. Tusschen de menschen waren nog de nazaten der oude ridders uit vroeger dagen. Zij zochten romantiek en gevaren, maar vonden slechts menschen, die naar geld joegen en hun akkers ploegden. Moe van 't zoeken, troonden zij op hun sloten. lotdat de oude veerkracht herleefde. Geestdriftig trokken zij weg uit de lage landen, 135

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Almanak der Koninklijke Militaire Akademie | 1934 | | pagina 149