PEUTJOET.
Wie in Indië kent dezen naam niet? Velen hebben dit kerk
hof, het mooiste van Indië, dat ons door welverzorgdheid
en eenvoud meer treft dan het niet minder bekende Campo
Santo met zijn indrukwekkende, treffende graven, bezocht,
Hier geen ontroerende, schoone beeldengroepen, vervaar
digd door kunstenaarshand of graven, die in een bloemen
tuin herschapen zijn, maar toch, wanneer we door de mas
sieve, tunnelvormige poort gaan, komen we meer onder den
indruk dan we het ooit zouden zijn bij een bezoek aan Italië.
Is het door de omgeving, aan den rand van de stad, te
midden der ruischende, hooge tjemara's of is het door de
wetenschap, dat hier mannen liggen, voor het grootste deel
weggerukt uit den bloei van hun veelbelovend jonge leven?
Wie zal het zeggen?
De een verschilt zoo zeer van den ander en wat doet het
er tenslotte ook toe!
Dit kerkhof van vrij ouden datum werd aanvankelijk gebruikt
om de gesneuvelde of aan bekomen verwondingen over
leden militairen een laatste rustplaats te geven.
Een breede tjemaralaan, bedekt met kiezel, dat sinister
knerpt onder de voeten van den bezoeker, verdeelt ,,Peu-
tjoet" in een linker- en een rechterhelft: rechts voor de
officieren, links voor de onderofficieren en minderen.
Dit laatste doet even pijn.
Waarom in den dood nog een scheiding in rang en stand?
Behooren ze niet bij elkaar zooals ze vielen: de soldaat naast
den officier, dien hij misschien nog met zijn lichaam gedekt
heeft?
Bij het Militaire Hospitaal begint een spoorlijntje, dat gebruikt
wordt bij begrafenissen, die vanuit deze inrichting vertrek
ken; het eindigt bij de monumentale poort met dit opschrift
in het Nederlandsch en in 't Maleisch met Arabische karak
ters: ,,Aan onze kameraden. Gevallen op het veld van Eer".
138