VOORWOORD.
Deze Almanak zal niet zoo'n vroolijke stemming vertolken
als de vorige. Hoe kan het ook anders: twee maal in één
jaar tijds heeft ons Volk moeten bukken voor de slagen van
het onverbiddelijke noodlot. Wij verloren Hare Majesteit
onze geëerbiedigde Koningin-Moeder en Zijne Koninklijke
Hoogheid Prins Hendrik.
Het Cadettencorps moge hier de gelegenheid gegeven wor
den, opnieuw van zijn onwankelbare trouw en liefde voor
ons Vorstenhuis te getuigen.
Evenzeer als alle anderen heeft het medegeleefd met onze
Koninklijke Familie in de droeve dagen, die weer den band
met Oranje hebben bevestigd en verstevigd.
Onze adviseurs, kapitein B. F. A. Schilmöller en 1e luitenant
J. Roode, hebben hun taak overgedragen aan den Heer J.
W. N. Le Heux en kapitein Dr. J. M. Somer. Het is hier
de aangewezen plaats, om nogmaals beiden vertrokken
officieren onzen dank te betuigen voor alles, wat zij in het
belang van den Almanak hebben verricht. Steeds stonden
zij ons met raad en daad terzijde, en voor een niet gering
deel is het succes van den vorigen Almanak aan hen te
danken.
Deze Almanak heeft eenige kleine veranderingen onder
gaan, zoowel op redactioneel als op ander gebied. De in
houd van den kalender werd geheel gewijzigd. Wij hebben
gemeend, de meeste daarin voorkomende feiten te moeten
vervangen door meer recente; speciaal hebben wij die op
genomen, betrekking hebbende op de Koninklijke Militaire
Academie.
De prijsvraag voor copy had niet het gehoopte resultaat, het
geen de redactie ertoe bracht, de hierna volgende proloog
in aanmoedigenden geest te schrijven.
Wij mogen den afgetreden Gouverneur van de Koninklijke
Militaire Academie, Generaal C. J. H. van der Harst, die
5