rinkelend geluid een plotselinge energie te ontwikkelen, want vrijwel op hetzelfde oogenblik was hij bij het toestel. De nu volgende monoloog, hoewel haperend gevoerd, was veel zeggend, en eindigde met: ,,Oh ja? Nu, dat is lief van je, hoor! Dus om half acht, hè? Daaag!" Geen woord werd door de vrienden gewisseld. Het snorren van de kachel klonk in deze stilte als het loeien van een orkaan. Dick keek als iemand, die, hoewel schuldig, zijn lot aan een hoogere macht toevertrouwd weet; Wim, hoewel verwijtend, toch ook triomfantelijk, zag zijn aandeel in een strafbaar feit gedeeld. Henk was een gebroken man. Woorden schenen over bodig. Dat dit, d i t mogelijk was Doch ook hem scheen het Noodlot te gedenken. De avond post bracht een brief in lichtblauwe enveloppe, zoo'n teeren brief, waarvan een sfeer van lieflijkheid schijnt uit te gaan. Henk keek onschuldig, overtuigend zelfs. Doch tijdens het lezen verhelderde een blijde glans zijn gelaat, als bij een prettige herinnering uit het ver verleden, een heerlijke be lofte, die men zoo spoedig mogelijk in den tegenwoordigen tijd dient te verwerkelijken De zich eenzaam voelende asymptoot, weemoedig tegen den publicator in de cantine leunend, keek, niet-begrijpend, naar de drie kaartjes van zijn vroegere collega's, die daar zoo onafscheidelijk onder elkaar stonden opgeprikt FLIP. 146

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Almanak der Koninklijke Militaire Akademie | 1934 | | pagina 160