JAARVERSLAG 1933-1934.
Alvorens het jaarverslag te beginnen, willen wij onzen oprechten
dank zeggen aan Generaal en Mevrouw van der Harst, die in het
afgeloopen seizoen zoo menigmaal op treffende wijze hunne be
langstelling getoond hebben voor het wel en wee der Cadetten
Hockey-Club. Wij betreuren het dan ook ten zeerste, dat juist nu
wij het eerste lustrum der C.H.C. gaan vieren, Generaal en Mevrouw
van der Harst van' ons gaan scheiden. Voorts richten wij een woord
van dank aan den beschermheer, kapitein Pel, die zeer veel voor
de C.H.C. heeft opgeofferd. Wij hopen, dat kapitein Pel ook het
komende jaar den grooten steun, dien wij behoeven, zal geven. Ten
slotte danken wij het afgetreden bestuur voor den ijver en de toe
wijding die het overhad voor den bloei van de C.H.C.
Wederom zijn wij dit jaar met twee elftallen in de Competitie
uitgekomen.
Het eerste elftal is op de derde plaats geëindigd. Na een slechte
eerste helft van' het speelseizoen ontpopte de C.H.C. zich pas goed
in de laatste helft. Werd er van de eerste vijf wedstrijden slechts
een gewonnen, een gelijk gespeeld en drie verloren, van de overige
vijf werden er vier gewonnen en een verloren. Het tweede elftal
heeft zich kranig geweerd, doch vanzelfsprekend kon dit elftal het
niet tot de hoogste plaatsen brengen, daar het verschillende malen
eenige van zijn beste krachten aan het eerste moest afstaan. Het
gebrek aan behoorlijke reserves was dan ook de oorzaak dat het
herhaaldelijk verzwakt moest uitkomen. Dat dit elftal echter nog tot
daden in staat was, bleek wel uit de 2 O-overwinning op het vol
ledige Zwart-Wit I, kampioen van de tweede afdeeling.
Naast de competitie-wedstrijden heeft C.H.C. ook aan de Bloemen-
daal- en de Tresling-beker wedstrijden deelgenomen, üit deze wed
strijden is gebleken wat van een ingespeeld Cadetten-elftal te ver
wachten is. Zoo vormt de wedstrijd tegen H.O.C.I. wel de glorie
van het seizoen. H.O.C.I.uit de Westelijke eerste klasse, dat later
Amsterdam I, de kampioen van Nederland, sloeg, kwam volledig
tegen ons uit met de internationaals Van der Does en de beide
Treslings. Wij wonnen met 2 1, na een 0 1 achterstand. Een
onvergetelijk moment, dat eindsignaal van dien wedstrijd. We kwa
men dus in de tweede ronde om den Bloemendaal-beker, en lootten
toen tegen H.D.M. I. Deze wedstrijd, in Den Haag op het Houtrust-
terrein gespeeld, eindigde in een eervolle 2 0 nederlaag.
In de Tresling-beker wedstrijden waren wij gelukkiger. Na eerst de
Kieviten I met 1 —0, vervolgens M.H.C. II met 4 1 en Amsterdam II
met 3 0 aan de zegekar gebonden te hebben, werd ons in de
85