Bij de beeltenis van den Luitenant-Kolonel H. C. G. Baron van Lawick (O.N. 5) (N.O.C. 3) (E.K. 3) B.M.K. 1) (30). Door onvoorziene omstandigheden was het niet mogelijk in den vorigen almanak het portret van onzen op 1 November 1934 nieuw-opgetreden Gouverneur op te nemen. Wij moesten toen tot onzen spijt volstaan met een woord van welkom, samenvallende met dat, gewijd aan het ver trek van den Generaal C. J. H. van der Harst. Des te meer is het ons thans een genoegen aan het Cadet- tencorps in dezen Almanak de beeltenis van hunnen Chef te kuhnen geven, mogelijk gemaakt door de welwillend heid van den Gouverneur, die ons daarvoor nevenstaand portret ter beschikking stelde. Onder het uitspreken van onze groote erkentelijkheid voor deze geste vertrouwen wij, dat de cadetten van nu, bij het aanschouwen van deze beeltenis ten volle de overtuiging zullen hebben, te dienen onder eenen hooggeachten Gou verneur: leidsman bij hunne militaire vorming en opvoeding, raadsman in particuliere moeilijkheden; terwijl zij, die in latere jaren deze herinnering uit hunnen cadettentijd nog eens doorbladeren, tot dezelfde conclusie mogen komen. In de overtuiging, dat het commando van Overste H. C. G. Baron van Lawick over onze oude Academie zich in de toekomst steeds zal kenmerken door eene oprechte achting van ons, Cadetten, voor den Chef, wiens beeltenis ons steeds het: lek Dien, in de gedachten zal moeten roepen, eindigen wij met het uitspreken van den wensch, dat het den Overste gegeven moge zijn, temidden van zijn gezin, nog lange jaren in volle gezondheid over ons het vaderlijk gezag uit te oefenen. De Redactie. 1

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Almanak der Koninklijke Militaire Akademie | 1935 | | pagina 11