Genisten, welke laatsten als ondergrondsch personeel met
een minachtend oog werden aangezien, zouden drie minu
ten later met O.M.E. 7 vertrekken. Temidden van duizenden
collega's begon Heintje zich iets minder happy te voelen.
Papa zei altijd iets minder senang", maar papa was slechts
gewoon I accenter en Heintje een uiterst modern jong-
mensch met BV' achter zijn naam. Heintje zou zich niet
laten pensionneeren, vast niet als majoor, neen, Heintje
wilde meer. Heintje wilde generaal worden, Bom Vlieg
generaal. Heintje wilde nóg meer; Heintje wou commandant
worden van het heele vliegwezen, van het leger, van de
vloot, van alles, en dan zou er oorlog komen. Hij zou win
nen, en danen dan
Rammelend kroop de lange aluminium Dieselworm uit den
grond en de ontwakende Bom Vlieg wereldveroveraar zag
in het warme zonlicht, te midden van de weelderige vege
tatie der Brabantsche landouwen, het dorpje Beek liggen.
De hangende tuinen-formaties, de zonnespiegels van het Be
neden Mark Bevloeiings Territoir, en de stralende vorstin
aller Bomvliegers, wekten oude herinneringen in hem op
over de sterke staaltjes, die papa in deze herboren streken
moest hebben uitgehaald, in den tijd dat elke cadet een
echte ijzervreter was en op vrije Zaterdagmiddagen, uit
pure liefhebberij, 25 km liep. Hooger werden de ijzercon
structies, de étagères veelvuldiger, steeds kwamen er meer
spiegelcentra, die met gretige armen het zonlicht uit de
tunnel schraapten om het, gesteund door de talrijke kunst
matige licht- en warmtebronnen, te vervoeren naar de lagere
étagères, waar in een vochtig-warme atmospheer, land
bouwproducten in minimum van tijd tot rijpheid gedwongen
werden. Moe van de lange, zwarte tunnel, bleef het slanke
aluminium gevaarte zich trotsch koesteren in de blakerende
Septemberzon. Voort gleed het in het vredige landschap,
onmerkbaar stijgend.
Dan weken plotseling de étagères, om plaats te maken voor
grauwe steenmassa's, doorschoten met naaldachtige schoor-
steenen en goud glimmende overkappingen. Daartusschen
gapende afgronden, heel in de diepte flauw verlicht, de
wegen van het menschelijk leven. Boven bleef, alleen steu-
121