nend op de grootste steenklompen, omgeven door bundels draden van het hoogspanningsnet, ongenaakbaar als een regenboog, de spoor- en verkeersbaan. Als een simpele vlek in de diepte, lag het uit piëteit ge spaarde stukje Oud Breda. De Bouw Trust had het gered door middel van de Slou's duizend meter overspanning, en nu was het de bedevaartplaats voor elk rechtgeaard Neder lander, die in zijn vooruitstrevend hart nog wat ruimte had voor belangstelling in het oude. Heintje keek en schrok, een schok doorliep hem van boven naar beneden; er brak iets in hem en zijn hersens begonnen koortsachtig te werken. De verwachtingen en idealen van zijn opgepropt brein, aan gewakkerd door de fantastische verhalen van zijn vader, bijna tot legenden geworden, maar met een fijne, oprechte paraatheid, kregen een beslissenden tik. De oude academie met voorplein, colonnade, hoofdpoort en haar massa's bij gebouwen, de Bredasche kerk, met den slanken, mooien toren, dien je vanuit den heelen omtrek kon zien, waren dingen, die in Heintjes verbeelding, onder de vertellingen van zijn vader, gegroeid waren als draken in overleveringen, en geworden tot effectieve middelpunten, waaromheen de grondslagen van zijn jeugdfantasieën zich gegroepeerd hadden. Daar lag nu de basis van zijn verbeelding; dood, zooals alles dood is op een luchtfoto. Speelgoed; een klein rechthoekig gebouwtje, dat, behalve een zekere bouwvallig heid, niets bijzonders had. In een jonge naïeviteit had hij het zich gedacht als een machtig kasteel en nu zou het door een modern meisje waarschijnlijk met een ,,0, kijk eens, wat een schattig huisje!" worden gekenschetst. Verder gingen Heintjes gedachten; ze sprongen ook op andere verschillen tusschen zijn vader en hemzelf; zijn hersens ver zamelden, verwerkten, en uit een chaos van indrukken kwam helder Heintjes conclusie naar voren. Hij had afgerekend met alles wat zijn ouwe heer hem verteld had, alles was toch anders, nergens kon hij zich meer op oriënteeren, elke voor stelling, door vaders verhalen in het leven geroepen, bleek toch onwaar en moest uit zijn gedachten gebannen worden. Zelf moest hij zien. Zelf waarnemen en dan pas zijn eigen conclusies trekken. Een nieuw deel van zijn leven ving nu 122

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Almanak der Koninklijke Militaire Akademie | 1935 | | pagina 134