de hoogte van tafelmanieren en academiegewoonten,leerden dat rood haar op de academie „kastanjebruin" heet en er voeren als lijdend voorwerp dat het werkwoord keeren op ontstellend veel manieren vervoegd kan worden. Dit alles werd ons bijgebracht door een categorie van men schep die een uitzonderingspositie in de wereld innamen, daar zij het altijd bij het rechte eind hadden, en last, but not least, niet te beduvelen waren. Bovendien bleken wij zelf tot een herkauwend ras te behooren! En als anatomisch won der werd geen van de corsps!eden-in-spé beschouwd en behandeld vooral. We vonden, dat wij hier recht op hadden; immers een individu in embryonalen toestand gelijk gesteld aan een stuk vee, is op zichzelf beschouwd een kras staaltje van speling der natuur. En toch vond men dergelijke mirakels gewoon en beoefende met hen de practische verbuiging van werkwoorden als pompen" en kikkeren". Avond aan avond dreunden de muren van zaal twee van de ernstige pogingen van onze opvoeders om eenige vocale beteekenis te geven aan het geblèr-in-koor, dat dan gepro duceerd werd. Er werd een aanvang gemaakt met den nieuwen bewoners van ,,Kilacadmon" het een en ander bij te brengen over het model-aangeleund loopen, het verschil tusschen een ser geant en een adjudant en vele nuttige zaken meer. Het bleef evenwel bij aanvangen tot groote „spijt" van de leergierige jongste jaars. Deze wierpen zich nu met toewijding op het ontdekken van plekjes, waar men „ongesnaaid" een cigaret kon rooken. Hierbij bleek, dat er specialisten waren, die op meesterlijke manier rookwolkjes in de kiem wisten te smoren, indien ze zich op onveilig terrein bevonden. Er werden jongleurs ge vormd, die zich op dusdanige wijze van brandende cigaret- ten wisten te ontdoen, zonder zich te branden, dat „Stie- kum" bij de samenstelling van komende programma's op moet passen, deze niet te overvoeren met vuurvreters en goochelaars. We leerden ook, dat, analoog aan het sprookje van de prinses op de erwt, het heel voelbaar is een half uur lang op een krent te moeten zitten. Verlangend werd dan gekeken 128

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Almanak der Koninklijke Militaire Akademie | 1935 | | pagina 140