Met behulp van tandraderen, kroonwielen en wormen uit
minstens even afgetakelde, krakende Chevroletjes, ijzer-
draad en voorts wonderlijk-vernuftig uitgedachte aslagers,
die in vele, zoo niet alle, denkbare richtingen beweeg- en
draaibaar waren, zou dit auto-besje nieuw leven ingeblazen
worden.
Het geheel was nauwkeurig becijferd volgens het vervolg
op de leer dat a+ a 2a is, om niet het voor den leek
schier onbegrijpelijke woord Theoretische Mechanica te ge
bruiken, en beloofde dan ook (volgens de berekeningen
altijd) te worden tot een kilometer-etend krachtmonster, dat
heel de wetenschappelijke en practische wereld in extase
zou brengen.
Eindelijk, na veel hoofdbrekens en minstens even zoovele
druppelen tappelingsch zweet, vrucht van gestaag arbeiden,
kon men op een zonnigen morgen het nu hei-groen ge
verfde gevaarte met vereende krachten naar buiten sleepen,
waar het met zacht zóemenden motor in het licht te blinken
stond als een zelfgenoegzame poes, spinnend in behaaglijk-
warme zomerzon.
De schepper van het geheel, gekleed in leeren motorjekker,
die voor veeljarigen trouwen dienst reeds vele eerekruisen
verdiend kon hebben, zwaaide zich met krachtig gebaar
achter het stuurrad en op een tot zetel gepromoveerd om
gekeerd margarinekistje. Een enkele zekere handgreep, een
lichte druk op een pedaal en in een plots uitzingenden,
hoogen motortoon, schoot het geheel vooruit, als een stei
gerend paard, om zich in schier onmogelijk geachte snel
heid te begeven naar het stadje van Mark en Mastbosch,
waar een veelkoppige menigte in voortdurend nekrekken
zijn komst verbeidde.
De intocht was wonderlijk: Een groene, grommende schim,
waarop een kleine, ineengedoken, kaal-blonde figuur, in
een secondefractie voorbijvliegend en het volgend oogen-
blik reeds verdwenen achter de zware muren van de mili
taire universiteit, die zich achter hoog-opgaand geboomte
in het stadje schuil hield.
Gillend remmengeknars, een laatste motorzucht en ze stond
weer in een filosofische onbewogenheid, zooals ze reeds
132