7. Bij hooger bieden slaat men met de rechtervuist op tafel. Zoo'n bod heet: krachtbod". 8. Het bod in de na-hand. Als de tegenstander down is gegaan, zegt men: dou blet". Dit brengt voordeel. Een goede partner zal dan redoubleeren als het bod nog open is. III. Het spelen. 1Wanneer geen der spelers kan uitkomen, wordt op nieuw gegeven. (Wanneer dit ten tweede male gebeurt, wijst de gever met den duim van zijn linkerhand een ,,uitkomer" aan.) 2. De uitkomer denkt 3. Hij sluit de oogen, trekt een kaart, werpt deze op tafel en kijkt triomfantelijk rond. 4. De anderen volgen zijn voorbeeld. Dit wordt eenige malen herhaald m. d. v. dat nummer 3 alles ineens neer gooit, waarom hij blinde" heet. 5. Deze blinde" heeft tot taak ongemerkt zooveel moge lijk slagen op te strijken. 6. De speler, wiens blinde de meeste slagen opstapelt, heeft gewonnen. (Bij het tellen van eigen slagen wordt 5, 8 genoemd enz.) 7. Het maximum aantal slagen is 51 gedeeld door 4. Dit wordt afgerond tot 13. 8. Boven dit maximum heeft men nog de overslagen of ,,ups". Wanneer men minder dan nul slagen heeft, is men ,,down". 9. De kaarten die overblijven, heeten troeven". IV. Trucs bij het spelen. 1. Het snijden. 138

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Almanak der Koninklijke Militaire Akademie | 1935 | | pagina 150