J. J.: „Ja meneer: Verzoekjes." Leeraar met veel moeite de juiste formuleering gevonden hebbend „....de abscissen van de ruimtekromme zijn die van de snij punten van de beschrijvende lijnen van de hyperbolische pa- raboloïde met den mantel van den cylinder." Jonker: „Meneer, kunt U dat niet gemakkelijker andersom zeggen?" Uit tactiek-repetitie van Biel „Mata Hari was een regiment waard." Verantwoordelijkheid Bast: „Neem jij 't commando maar." „Daar behoef je niet zoo leelijk om te kijken!" Wullem: „Dat is mijn dienstgezicht, Kapitein." Op oefening. „Zeg Ranft, waar is het Noorden?" R.: „Daar sta ik met mijn neus naar toe." Stem: „Met je kin bedoel je!" Op de schietbaan: Kadrie lijkt een beetje grieperig, laat hem maar liggen. Blonde Mattheus: „Wat voor haar heb ik?" „Hoog rood met een vlammenden gloed, mijnheer." „Wat!!!" „Kastanjeblond bedoel ik, mijnheer." „Hebben de heeren allemaal kennis genomen van de uit gekomen orders?" Chorus: „Genavend, adjudant." O. J.: „Wie is hier erg muzikaal?" J. J.: „Meneer Hardeman, meneer!" O. J.: „Hoe zoo?" J. J.: „Hij componeert, meneer." O. J.: „Hè??!" 147

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Almanak der Koninklijke Militaire Akademie | 1935 | | pagina 159