18
AAN DE VERTROKKEN OFFICIEREN, LEERAREN EN
AMBTENAREN.
30 September 1935. 17.55 Appèl. Alle Cadetten aangetreden op
de binnenplaats. Behalve Cadetten nog vele „nieuwaangekomenen",
onwennig in hun uniform, bestaande uit veldmuts. Ook de officieren
zijn er weer. De meesten zijn oude bekenden. Eén kapitein is nieuw!
Bij nadere beschouwing en na onderling raadplegen blijkt dat dit
nieuwe slechts schijn is
We stellen ons voor aan de luitenants Daams, Van der Minne,
Zanino en De Vries, en zijn met de meest oprechte voornemens
bezield om hun het beste van den tegenwoordigen cadet te toonen.
Er ontbreken er ook op dit éérste appèl. Waarschijnlijk te laat.
Lang behoeven we niet over de redenen na te denken; al gauw zijn
we het eens: de majoor Van Aelst heeft een bespreking met Koba
en Jaap, de luitenant Cohen Stuart kan zijn rijzweepje niet vinden,
de luitenant Van de Logt denkt dat het tenue zwart met witte hand
schoenen" is, en besteedt daar te veel tijd aan Maar ook de
kapitein Wensink en Mr. Stigter mankeeren. En terwijl we hierover
piekeren, gaat de tweede bel en ze worden allen afwezig gemeld:
Niet van plan van verlof terug te keeren! Tenslotte missen we ook
nog den heer Ophorst, die na volbrachten diensttijd de Academie
ging verlaten, na bijna 40 jaren zijn beste krachten aan de Biblio
theek te hebben gewijd. Met Mr. Stigter en Majoor Van Aelst was
de heer Ophorst één der oude getrouwen; het zal ons niet euvel
worden geduid, indien wij hun gemis in het bijzonder memoreeren.
Weg! We voelen de leemten die zij achterlieten en beseffen, dat
weer eenige bekende figuren de K.M.A. verlaten hebben, die steeds
met hun kennis en met hun persoonlijkheid gewerkt hebben aan de
opleiding en de militaire vorming van ons, Cadetten. Onze dank
baarheid hopen wij U later, als officier, te kunnen toonen. Voor dit
oogenblik hebben wij niet beter dan een krachtig: Vaart wel!
DE REDACTIE.