37
tot steun aan cadetten, die bij hunne aanstelling tot officier geldelijke
hulp noodig hebben, en
tot het verschaffen van eenige tegemoetkoming voor ontspanning in
de vacantie aan cadetten, die in Nederland geen nabestaande
familiebetrekking hebben en niet over eigen middelen kunnen
beschikken.
Artikel 4.
Overeenkomstig den wil van de erflaatster berust het beheer van
het Collard-Fonds bij den Gouverneur der Koninklijke militaire
academie, aan wien uitsluitend de beschikking over het Fonds
toekomt.
Aldus nader vastgesteld te Breda op den 1en October 1930.