JAARVERSLAG. Beginnen wij met te memoreeren het overlijden van den heer Dudok van Heel, aan wien onze vereeniging haar bestaan dankt. Hij was het, die het onze vereeniging mogelijk maakte zich te hand haven, toen zij door gebrek aan leden geheel ten onder dreigde te gaan. Veel dank is de Roeivereeniging verschuldigd aan haar oud beschermheer, kapitein Ir. P. H. van der Trappen, die zich alle moeite heeft getroost het afgeloopen jaar te maken tot een jaar waarop we met tevredenheid terug kunnen zien. Het daadwerkelijk voorbeeld van onzen vorigen voorzitter gaf de noodige aansporing tot trai nen", wat meer dan eens niet onnoodig bleek. We hadden de be schikking over een zeer beperkt aantal roeiers, in het geheel 32, en op het bestuur rustte de moeilijke taak daaruit wedstrijdvaardige ploe gen samen te stellen. Om verschillende redenen stonden we met onze training ten achter bij de studenten-roeivereenigingen. In de eerste plaats liet het materieel veel te wenschen over en eischte aanvulling en verbetering, doch het kleine aantal leden, en dus de weinige contributie, liet de aanschaffing van nieuw materiaal niet toe. Zoo moesten we letterlijk roeien met de riemen die we hadden, en dat waren slechte, terwijl van de training in de bak niet veel kwam doordat het vlot niet bleef drijven. Daarbij deed het gemis aan deskundige leiding bij de training zich danig gevoelen. We roeiden zooals we wel eens gehoord hadden dat het moest." Slechts op twee wedstrijden heeft de Roeivereeniging zich kunnen doen vertegenwoordigen. Onze ,,acht" bemand met Schoolland (slag), van Oyen, Statius Mul ler, de tweede luitenant van de Genie van het Kon. Ned.-lnd. Leger Timmer, Asjes, Poppe, Stam en Hermans (boeg) ging 1 April 1935 naar Amsterdam, waar 5 April de ,,Head of the River" verroeid werd. Het resultaat was niet bevredigend. We hadden meer van onze ploeg verwacht. Dat zij slechts op de zevende plaats kwam van de elf aan den wedstrijd deelnemende ploegen, is gedeeltelijk te wijten aan het feit, dat de ploeg roeide met een haar vreemden stuurman, n.l. onzen beschermheer. Toch is er iets bereikt. De Roeivereeniging is, na jarenlang niets van zich te hebben laten hooren, weer met een ploeg op een wedstrijd verschenen. Bovendien hebben onze roeiers wed strijdroutine opgedaan, die hun in de komende wedstrijden zeker ten goede zal komen. Over onze eigen wedstrijden het volgende: 88

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Almanak der Koninklijke Militaire Akademie | 1936 | | pagina 102