derend op haar volmaakte figuur. Onbeweeglijk als een standbeeld stond zij daar in de nachtelijke stilte, welke slechts verbroken werd door de doffe en schrille toonen van de instrumenten, die gestemd werden. Dan zet de muziek in en het meisje begint te dansen met langzame, beheerschte bewegingen. Dadelijk is ieder onder den indruk van de suggestie, welke van den steeds sneller wordenden dans uitgaat. Het vuur werpt snel bewegende schaduwen over den grond. Een rosse gloed, welke nog versterkt wordt door haar purperroode kleeren, omstraalt de rhythmisch bewegende figuur. Haar zwarte haren steken scherp af tegen haar gezicht, waarin de donkere oogen fon kelen. Haar oorringen rinkelen zacht bij elke beweging. Haar bloote armen vormen harmonische figuren in de avond lucht, terwijl haar vingers de maat van de muziek begelei den. Lenig beweegt zich haar lichaam, geïnspireerd door net getokkel en gefluit. Ademloos kijken de Arabieren naar dit prachtige spel van lijnen, licht en schaduw. Ze zitten onzichtbaar in het donker der palmen. De maan giet haar helder licht over de reeds rustende natuur. Fel laait het vuur op, de muziek wordt wil der en de danseres volgt het snellere tempo. De toeschou wers raken in extase, bedwelmd door wijn en rhythme. De hartstochten van het leven culmineeren in dezen dans. Men leeft slechts het oogenblik, men ziet slechts de harmonische bewegingen en ondergaat de magische kracht der suggestie. De dans bereikt haar hoogtepunt. Steeds sneller en sneller wordt het tempo, tot plotseling de vermoeidheid zich doet gevoelen. Het meisje zinkt neer. De toeschouwers slaken een zucht om zich van de spannende beklemming te be vrijden. Men is enthousiast, men klapt en roept. Een volgend meisje verschijnt. Ze danst en danst en danst, tot ook zij geen krachten meer heeft. Zoo gaat de avond voorbij met muziek en dans. Intusschen zijn er eenige wolken voor de maan gekropen en beletten haar het landschap met haar zilveren schijnsel te verlichten. Alleen de gloed van het vuur verlicht nog den omtrek. Langzamerhand verlaten sommigen den kring om zich ter 1 14

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Almanak der Koninklijke Militaire Akademie | 1936 | | pagina 128