ruste te leggen, Anderen volgen en na korten tijd ligt het kamp verlaten. De schaduwen zijn donker en groot. Af en toe licht het groote vuur nog op. Meer wolken trekken zich samen. De sterren verdwijnen, ook de maan is geheel weg. Als reuzen steken de palmen vaag tegen den hemel af. Alleen het geruisch van den wind door de bladeren wordt gehoord en soms een enkele vogel, die opgeschrikt wordt uit zijn slaap. De natuur rust. W, v. P. 115

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Almanak der Koninklijke Militaire Akademie | 1936 | | pagina 129