af en de eigenaar kwam in de vlammen om, Nu spookt hij
's nachts op de ruïne rond."
Trotsch op zijn spannend verhaal, keek hij den kring rond,
doch de heeren djahats sliepen of doezelden, sommigen had
den hem zelfs begeleid met een eentonig gesnurk. Van den
nood een deugd makend, legde hij zich gemakkelijk neer,
om eveneens een uiltje te knappen, maar werd gestoord
door den Pang Lima, die tot een ongehoorde activiteit kwam
en het bevel uitgaf:
,,Zeg lui, laten we eens beginnen?!"
.Spoedig" trok het troepje het bosch in. Het was er pik
donker en in ganzenrij gingen we langzaam voorwaarts,
strompelend en struikelend over de glibberige, hobbelige
paadjes.
Na veel vallen en opstaan kwamen we op een plek waar
de boomen minder dicht bij elkaar stonden en een vreemd
mat licht door het gebladerde siepelde, wat het geheel tot
een geheimzinnig geval" maakte.
Automatisch hielden we halt en keken elkaar in de bleeke,
gelige gezichten. Er hing hoogspanning in de lucht, die zelfs
niet door een opvlammende lucifer gebroken kon worden.
Integendeel, de dansende schaduwen deden enkelen hui
veren.
Heesch fluisterend sprak een stem: ,,Hier moet de ruïne
ergens zijn." Niemand antwoordde. Hoe langer de stilte
duurde, des te grooter werd de spanning, die nooit meer
verbroken scheen te zullen worden, totdat plotseling een
geluid door de ijzige stilte heenbrak, een geluid, zóó duivel
achtig, zóó helsch, dat het was als werd de spanning als een
lap linnen met één ruk middendoor gescheurd. Allen tuur
den we naar de donkere richting, vanwaar het geluid geko
men was. Een fluisterende woordenwisseling ontstond over
de vraag wat het voor geluid was. Een oplossing vonden we
niet. Met dat al was het moreel van den Pang Lima danig
geschokt en- met flauwe stem gaf hij zijn aanwijzingen.
Nauwelijks was hij hiermede gereed, of weer werd de kreet
gehoord, gillend en doordringendOnder voorwendsel
dat de oefening begonnen was, werden de karabijnen ge-
119