DE AANKOMST Holle, sombere klanken, zwarte watermassa's aan beide zijden, een donkere gang vlak voor mij, en aan mijn arm een zwaar valies. Ik schrijd onder het kousen-band-devies door, ben reeds van de brug af als ik denk: ,,Hoe was het nu ook weer: Honni soit quiik ga terug en kijk naar boven tot mijn hals er stijf van wordt. Kiezelige geluiden klinken onder mijn voeten, terwijl ik het voorplein op stap. Vóór mij staat het groote hoofdgebouw met zijn poort, zijn kamer van den Officier van Piket en met wel honderd ramen. Ik loop rechtop en kijk beslist. Ik zoek de ramen af, te beginnen met het bovenste rechts. Zit daar iemand? En wie zie ik daar voor dat raam? Groet die man of is het een bul of misschien eenIn 21 zitten er twee; wat is dat voor een uniform? O ja, hoe was het ook weer, S.R.O.B.A. heeft oranje patjes met gekruiste kanonnen en S.R.O.C. heeft zilveren met gekruiste sabels en S.R.O.B.I. heefteh Nu gaat het pad omhoog naar cle poort in het hoofdge bouw. Het is even moeilijk om op dit gedeelte heelemaal in je goede houding te loopen. Zou mijn gezicht zoo supe rieur en onverschillig genoeg zijn? Bij de wacht staan er waarschijnlijk een paar. Daar is de klok, o ja, rechts die bronzen piaat en linkseh Mijn hemel, daar zijn zij! Daar komen ze van alle kanten aan, uit deuren, van trappen, van achter pilaren en ze loopen, ze draven, ze rennen, neen: ze vliegen op mij af! Neen, ze kijken mij niet aan, ze zien iets achter mij, of naast mij, of Daar heb je het al. Een dichte groene haag vlak om mij heen. Een rij van levendige, menschachtige figuren. Een cirkel van witte gezichten, die behooren aan... en aan... en aan. Mijn goedheid, bij wien moet ik beginnen? Ik kijk naar den kleinste, en op hetzelfde moment is hij een pilaar. Ik kijk den vent naast hem aan. Een doffe klap weerklinkt als ook deze man in een zoutpilaar wordt omgetooverd. Neen, dat 121

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Almanak der Koninklijke Militaire Akademie | 1936 | | pagina 135