VOORWOORD. Het is ons niet slechts een plicht, doch tevens een behoefte, den Overste de Ridder ook op deze plaats onzen dank te betuigen voor de onschatbare, de onmisbare diensten, die hij ons bij het vervaardigen van dezen almanak heeft be wezen. Gebrek aan medewerking van het corps, een chronische ziekte waaraan de cadetten-almanak de laatste jaren beden kelijk gaat lijden, deed zich dit jaar wel in zeer sterke mate gevoelen. Een bedroevend begin, dat helaas wel zoo moest luiden verleden jaar. Zonder direct tot loftuitingen te willen overgaan, doet het ons oprecht genoegen te kunnen constateeren, dat deze eerste alinea niet overgenomen kan worden, voorzien van het jaartal 1937. Hoewel het aantal inzendingen beduidend is toegenomen, mag men geen lijviger boek verwachten dan verleden jaar: de qualiteit was, op eenige uitzonderingen na, weinig of ge heel niet geschikt voor opname in een cadetten-almanak. Verwonderlijk is dit niet: het grootste aantal inzendingen kwam van de nieuw-aangekomenen, onze spes corporis, die de sfeer van onzen almanak nog niet kunnen aanvoelen. Jongste jaars, weest niet ontmoedigd, uw streven was meer dan lofwaardig; volgend jaar zullen uw pennevruchten, wat stijl en onderwerp betreft, meer des cadets zijn. Dit is zoo, al zult ge zelf de verandering misschien niet bemerken. Houdt vol Behalve de senaatsfoto, die dit jaar weer opgenomen kon worden is er geen verschil in de samenstelling gekomen. Onze adviseurs, professor J. W. N. Ie Heux en kapitein Dr. J. M. Somer, danken wij voor de moeite, die zij zich hebben willen getroosten, als adviseurs in den volsten zin des woords, de redactie-commissie bij te staan in haar eer volle taak. 3

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Almanak der Koninklijke Militaire Akademie | 1936 | | pagina 13