"Dit zwaard za! U zeker ter overwinning voeren, o Siegfried! Geloof mij, geen vijand is hiertegen opgewassen!" Het aanschouwen van het blinkende zwaard gaf den jongen blonden held al moed, en sterker werd zijn verlangen zijn krachten met waardige tegenstanders te kunnen meten. Hij verliet de grot van den smid en ging op pad Een dof gegrom in de verte Luider en luider werd het sinistere geluid, totdat uit de duisternis van het woud een log, groot monster te voorschijn kwam. De draak. De eerste aanblik van deze verschrikking bracht Siegfried's moreel toch wel een weinig aan het wankelen: zóó erg had hij het zich niet voorgesteld. Wijd sperde het monster zijn muil open en een rochelend, brallend geluid deed Siegfried s hart bonzen en zijn ooren tuiten. Van alle zijden weerkaatsten de rotsmassa's het gru welijk gedonder; felle vlamschichten schoten uit den gewel digen bek en kropen als likkende tongen tegen den rots wand omhoog. Met logge bewegingen kwam het beest nader, onrustig slaande met zijn dikken staart. Zijn oogen rolden als vurige bollen driftig in de oogkassen. 127

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Almanak der Koninklijke Militaire Akademie | 1936 | | pagina 141