De held bedacht zich niet lang: alleen de aanval kan de be slissing brengen! Dat oeroude principe pasten zijn voor vaderen ook al toe, wanneer zij ten strijde trokken. Met een handige manoeuvre stelde hij zich zoodanig op, dat hij den vijand uit de juiste richting kon aangrijpen. Zich bewust van zijn moreele overmacht, stormde hij op het monster los, doch bijna had hij voor zijn jeugdige onstuimig heid moeten boeten, hadde, hij zich niet door een vliegens vlugge sprong zijwaarts aan de werkingssfeer van de gena gelde grijpklauwen onttrokken. Nu kwam hij behoedzaam, maar toch snel, weer naar voren en, onder de maaiende ledematen van het ondier doordui- kend, stootte hij met al zijn lichaamskracht het zwaard tot aan het gevest in de hijgende flank. De brandende oogen leken uit de kassen te rollen; de lange, dik geaderde hals knakte dubbel, zoodat de gewel dige kop met een dreunenden slag op de borst viel. De overwinning was behaald. Met een van trots stralend gezicht keek de jonge draken- dooder naar zijn zieltogend slachtoffer, dat, na eenige ma len met zijn machtigen staart de rots te hebben gebeukt, in een laatste krampachtige stuip zijn geweldige lichaam span de en dan ontzield bleef liggen, den grond drenkend met zijn bloed. Doch reeds bedreigde nieuw gevaar den held: 129

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Almanak der Koninklijke Militaire Akademie | 1936 | | pagina 143