(Hij pakt een zielig eindje scheerkwast en begint den cliënt in te zeepen. Na twintig seconden zitten mond, oogen, neus en ooren vol zeep.) (Hij brengt zijn hand naar het gezicht om de zeep weg te vegen.) De Coiffeur (slaat de hand naar beneden): Zit dan ook stil (Hij zet de kwast neer en haalt uit de actetasch een soort scheer mes. De aanwezige jonkers volgen met spanning zijn handelingen. Bij het zien van de miniatuur-zaag ontstaat een onderdrukt ge mompel.) De Coiffeur (den kapper het „mes" aanreikend): Jan, zet es even aan De Kapper (een blik op het instrument werpend): Scherp ge noeg! De Coiffeur (kijkt met een bloeddorstigen blik van zijn klant naar het mes en terug): Daar gaat ie dan. (De j.-j. huiveren.) De 5e-j. (terwijl een breede stroom bloed van het rechter jukbeen naar beneden vloeit): Au! De Coiffeur: Zit stil (Zet het mes in de linker wang.) De Kapper (opkijkend van zijn Amusant je): Kleinzeerige knul. (De j.-j. rillen hoorbaar.) De Coiffeur (terwijl hij het mes in de kin drijft): Eigen schu!d (Een van de j.-j. staat op en verdwijnt lijkbleek door de beide deuren op den voorgrond. Eenige minuten is het stil. Slechts het schrappen van het mes en het druppelen van het bloed op den grond worden gehoord.) De Coiffeur doet twee passen achterwaartsbekijkt met welge vallen de bloedplas op den grond, die zich langzaam uitbreidt naar de deur): Klaar! De Coiffeur: Ja, ja. Schei maar uit! De 5e-j.: O! m'n oogen. De Kapper (verstoord): Koppen dicht! De 5e-j.: Au! Pardon! 136

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Almanak der Koninklijke Militaire Akademie | 1936 | | pagina 150