GREPEN UIT DE GESCHIEDENIS DER KONINKLIJKE MILITAIRE ACADEMIE. In de 17e en 18e eeuw werd het wetenschappelijk onderricht voor de officieren en inzonderheid voor de genieofficie ren gegeven aan de verschillende Hoogescholen, alwaar afzonderlijke hoogleeraren voor militaire vakken waren aangesteld. In 1789 werden krijgskundige artillerie-scholen te Zutphen, Breda en den Haag en in 1795 te Groningen opgericht. In 1805 werden deze ontbonden, terwijl Zutphen overgeplaatst werd naar Amersfoort als 's Lands theoretische en practische Militaire School, later genoemd Koninklijke Artillerie- en Genieschool. Koning Lodewijk Napoleon richtte 17 September 1806 te Hondsholredijk de Koninklijke Militaire Kadettenschool op voor de wapens der infanterie en cavalerie. In 1809 werden Amersfoort en Hondsholredijk vereenigd tot Koninklijke Militaire School te 's-Gravenhage. In 1810, na de inlijving bij Frankrijk, werd deze ontbonden. 24 Februari 1814 stichtte de Souvereine Vorst te Delft een militaire school, genaamd Artillerie- en Genieschool, waar bij ook opleiding plaats had voor infanterie en cavalerie. In de opleiding voor officier was geen eenvormigheid. Verschillende commissies hebben de aangelegenheid bestu deerd, tengevolge van welke studies door Z. M. Koning Willem I bij besluit van 29 Mei 1826, Nr. 27, de Artillerie- en Genieschool te Delft werd opgeheven en de oprichting van de Koninklijke Militaire Academie te Breda gelast (in het kasteel van Breda). Den 24en November 1828 werd de K. M. A. plechtig inge wijd door Z. K. H. Prins Frederik der Nederlanden, den vader dier inrichting genoemd. Tot de Academie werden toegelaten jongelieden niet jonger dan 14 en niet ouder dan 18 jaar; zij konden worden opge leid tot officier bij de onderscheidene wapens van het leger hier te lande en tot adspirant-ingenieur van den Waterstaat. De opleiding duurde 4 jaar, voorafgegaan door een toela- 134

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Almanak der Koninklijke Militaire Akademie | 1937 | | pagina 148