De cursus aan de Academie duurde 4 jaar; leeftijdsgrens
15—18 jaar. De jaarlijks te betalen bijdrage bedroeg
300.— met instandhouding van de reeds bestaande vrij
stellingen.
De toelatingseischen tot de K. M. A. werden gelijkgesteld
aan de eischen voor het eindexamen H.B.S. 5-jarigen cursus.
De opleidingstijd duurde 2 jaar.
De cadetten der artillerie en genie volgden na benoeming
tot officier een Applicatieschool van 1 jaar.
De leeftijdsgrens werd: volle ouderdom van 17 jaar, 20
jaar niet overschreden. De tegemoetkoming in de opleidings-
kosten bedroeg 600. Voor Indië werd vrijstelling ver
leend, benevens voor die cadetten wier vader was gesneu
veld of binnen één jaar aan bekomen wonden was overleden.
30 Mei 1877 verscheen een nieuwe wet op het militaire
onderwijs. Er werd een Krijgsschool ingesteld, gesplitst in 2
afdeelingen. De 1e afdeeling kwam in de plaats van de
Applicatieschool en was dus bestemd voor de artillerie en
genie. j
Met het toezicht over de Krijgsschool en de overige inrich
tingen van Militair Onderwijs werd een Inspecteur van het
Militair Onderwijs belast.
In 1879 werd vergunning verleend tot het oprichten van een
cadettensocieteit.
In 1884 werd in de uitspanningszaal een cantine opge
richt.
In 1885 had voor het eerst een cadettenfeest plaats in het
gebouw Concordia.
21 Juli 1890 kwam een nieuwe onderwijs-wet tot stand, welke
bepaalde:
a. opleiding tot den officiersrang voor infanterie, cavalerie,
artillerie en genie voor hier te lande en Ned.-Indië ge
schiedt aan de K. M. A.
b. voor infanterie en administratie hier te lande en Ned.-
Indië bovendien aan den Hoofdcursus;
c. voorbereidend onderwijs voor toelating tot de K. M. A.
wordt gegeven aan de Cadettenschool; jaarlijks bepaalt
de Minister van Oorlog het aantal open te stellen
plaatsen.
137