Recht om aan het toelatingsexamen tot de K. M. A. deel te nemen wordt verleend aan: 1e. leerlingen cadettenschool, die het geheele onderwijs aldaar gevolgd hebben. 2e. Nederlanders en zoons van Europeesche ingezetenen der koloniën, die 17 jaar zijn en niet ouder dan 21 jaar. De cursus duurde drie jaar; de opleidingskosten werden bepaald op 400.— met instandhouding van de gebruike lijke vrijstellingen. In 1901 vond een uitbreiding plaats van localiteiten. De oude H.B.S., waarin de bibliotheek en de lithografische inrichting zouden worden gevestigd, werd door het Rijk gekocht. Een Senaat heeft voor één jaar bestaan in 1880; daarna treedt hij weder op in de jaren 1892 en 1893; de Senaat blijft voor goed na 1898. De Bredasche burgerij schonk op 22 October 1903 ter gele genheid van het 75-jarig bestaan der K. M.A. het vaandel. Het Corps Cadetten was hiertoe opgesteld op het excercitie- terrein achter de Kloosterkazerne. De burgemeester van Breda hield aldaar te 10.00 uur een rede, waarbij aan het slot het vaandel aan den Gouverneur werd aangeboden. De cadettenleeszaal werd opgericht in het cursusjaar 1917 1918. In den cursus 1918—1919 werd bij wijze van proef een aan vang gemaakt met een reorganisatie op kleine schaal. De opleiding gedurende het 1e studiejaar werd grootendeels gewijd aan practische oefeningen. In het laatste gedeelte van dit studiejaar werd eenigszins tijd genomen voor theoretisch onderricht. Gedurende het 2e en 3e studiejaar werd voornamelijk theoretisch onderwijs gegeven, hoewel voor de practische oefeningen een behoorlijke plaats werd ingeruimd. Dit had ten gevolge, dat het theoretische onderricht, speciaal voor het wapen der genie, te veel in het gedrang kwam, zoodat voor deze categorie een 8-maandsche aanvullings cursus in het leven werd geroepen, welke cursus wordt door- loopen na benoeming tot 2e Luitenant. 1 October 1923 werd de Hoofdcursus van Kampen verplaatst 138

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Almanak der Koninklijke Militaire Akademie | 1937 | | pagina 152