buitenpoort van de K. M. A., zooals deze door den Koning- Stadhouder Willem III in het tijdvak 1686—1696 werd ver bouwd, met, door den doorgang der buitenpoort heen, de binnenpoort. j Zij werd ingesteld op 24 November 1908 door de officieren en ambtenaren der K. M. A. en de stempel ervan werd door den Gouverneur van hen als geschenk aanvaard ter gelegen heid van het 80-jarig bestaan der Academie. Zij werd geslagen naar foto's van den paardenarts 2e klasse Dr. M. H. J. C. Thomassen, door de N.V. Koninklijke Begeer te Voorschoten. Haar bestemming is, om door den Gouverneur, of met diens toestemming, te worden uitgereikt als waardeering voor bij zondere verdiensten ten aanzien van de K. M. A., betoond door Officieren en ambtenaren dezer inrichting of doch bij hooge uitzondering door buitenstaanders. Voorts blijkens order Nr. 105 d.d. 13 Mei 1914 van den Gouverneur, Generaal-Majoor H. Kemper, om in brons aan Cadetten te worden uitgereikt voor bijzondere sportpresta ties, hetgeen sedert 1931 ook in ander metaal geschiedde. De Gouverneursmedaille is ingesteld in de maand Januari 1935 door den Gouverneur, den toenmaligen Luitenant-Kolonel van den Staf der Cavalerie, H. C. G. Baron van Lawick. Aan de voorzijde stelt zij voor het Kasteel van Breda, zooals de Koning-Stadhouder Willem III dit in het tijdvak 1686 1696 liet verbouwen. De bestemming is door den Gouverneur te worden uitge loofd bij verschillende wedstrijden, zoowel in het Cadetten- korps als daarbuiten, en te worden aangeboden als blijk van groote waardeering. De Historische verzameling op de modelzaal kwam tot stand in 1918. Het Ethnografisch museum werd geopend op 4 Mei 1926 in de voormalige Gouverneurswoning. In het museum zijn bijeengebracht de collecties van de K. M. A. en den voor- maligen Hoofdcursus. Aangezien het museum in den loop der tijden niet meer voldeed aan de eischen, welke een modern museumbeheer stelt, werd op initiatief van den Gouverneur, Kolonel van den 140

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Almanak der Koninklijke Militaire Akademie | 1937 | | pagina 154