DE HELDEN-GALERIJ.
Het was in 1839, dat de toenmalige Luitenant-Kolonel en
Eerste-Commandant, de op 8 September 1852 als Luitenant-
Generaal eervol ontslagen Gouverneur der Koninklijke Mili
taire Academie, H. G. SEELIG, een plan ontwierp, dat,
nauwelijks aan het personeel van Officieren, Ambtenaren en
cadetten medegedeeld, den meesten bijval vond en een
algemeene samenwerking verwekte.
De genoemde Commandant wenschte ter verhooging van
den luister der K. M. A. in het hoofdgebouw een beeltenis
galerij te vormen der meest beroemde helden uit onze vader-
landsche geschiedenis en der regeerende vorsten.
In order Nr. 668 van 5 Maart 1839 zette hij uiteen, dat op
verschillende plaatsen in den lande zich afbeeldingen bevon
den van Vorsten en Bevelhebbers, die zich door beleid of
daad met roem hadden overladen.
Hunne beeltenissen dienden te midden der cadetten te wor
den geplaatst, opdat deze telkenmale werden herinnerd aan
den Nederlandschen wapenroem en om hen op te wekken
navolgers te worden van deze beroemde voorgangers.
De leeraren en cadetten teekenden onmiddellijk voor een
ruim bedrag in; de cadetten hebben bovendien dertien jaren
lang een maandelijksche bijdrage geschonken.
Uit deze gelden en door schenkingen is de heldengalerij
ontstaan.
Deze omvatte volgens het jaarboekje der Koninklijke
Academie van Zee- en Landmacht van 1853 in dat jaar de
volgende portretten, genoemd in de volgorde, waarin zij
werden opgenomen:
WILLEM I, Koning der Nederlanden, 1772—1843,
door J. B. van der Hulst.
WILLEM I, Prins van Oranje, 1533 1584, door C.
Kruseman.
MAURITS, Prins van Oranje, 1567 1625, door
J. Schouman Jr.
142