ken, geschilderd door C. J. L. Portman. (Deze schilderij
werd ontvangen in 1894 uit de nalatenschap van de
dames van Lelyveld).
Gedenkschilderij, vermeldende de namen van oud
cadetten, die het Ridderkruis der Militaire Willemsorde
verwierven, door de heeren Jan de Quack en Adriaan
Visser.
Gedenkschilderij, vermeldende de namen van alle offi
cieren, die gesneuveld of aan hunne, voor den vijand
bekomen wonden zijn overleden en aan de Academie
hunne opleiding hebben genoten, door de heeren Jan de
Quack en W. A. Fabri.
Portret van WILHELMINA, Koningin der Nederlanden,
naar het leven genomen, door Willem Maris, den zoon
van Jacob Maris.
Portret van den Kolonel der Cavalerie J. J. SCHNEI-
THER, in de uniform van Eskadrons-chef bij het Regiment
Roode Lanciers der Keizerlijke Garde. Dit in olieverf
geschilderd portret werd door diens dochter mejuffrouw
F. J. M. Schneither te 's-Gravenhage gelegateerd, aan
den Staat der Nederlanden, om geplaatst te worden in
de Koninklijke Militaire Academie.
Bij den overgang van den Hoofdcursus naar de Koninklijke
Militaire Academie werden nog de volgende schilderstukken
in de verzameling opgenomen:
Portret van Koningin EMMA, door Th. Schwartze.
Portret van Prinses WILHELMINA, door Th. Schwartze.
Portret van MENNO VAN COEHOORN.
Portret van MICHIEL Azn. DE RUYTER.
Portret van JAN PIETERSZN. COEN.
Een der hierboven opgesomde stukken ontbreekt thans,
en wel het stuk, voorstellende de bestorming van Djagaraga
op Bali in 1849, tot welks aankoop indertijd 559 officieren
van het K.N.I.L. in de kosten hebben bijgedragen, terwijl het
oorspronkelijke schilderij van Generaal VAN HEUTSZ met
zijn staf op het gevechtsterrein van Baté Ilië, is vervangen
door een tweede exemplaar hiervan, dat aan het inmiddels
opgeheven Instructie-Bataljon toebehoorde en eveneens is
geschilderd door Hoynck van Papendrecht.
145