ling, welk geschenk niet tijdig gereed kon zijn, om aange
boden te worden bij de herdenking van het honderdjarig
bestaan.
Het geschenk, een tableau, waarop vermeld de namen van
de leerlingen, afkomstig van de Academie, die het ridderkruis
der Militaire Willemsorde hebben verworven, ontworpen
door den architect Jan de Quack en geschilderd door den
heer Adriaan N. Visser, beiden te 's-Gravenhage, werd op
genoemden datum, namens de schenkers, door den burger-
leeraar, den gepensionneerden majoor der infanterie van
het Kon. Ned.-lnd. leger H. J. Voskuil, overgedragen aan
den Gouverneur van de Koninklijke Militaire Academie.
Het aantal der gedecoreerden valt te splitsen in: 2 comman
deurs, 27 ridders M.W.O. 3e klasse en 299 ridders M.W.O.
4e klasse.
Op het tableau zijn de gedecoreerden vermeld in chronolo
gische volgorde van het verleenen der Koninklijke onder
scheiding.
Vermeld zijn tevens de zee-officieren-ridders, die hunne op
leiding genoten aan de Koninklijke Militaire Academie.
De eerste decoratiën werden verleend in 1831, terzake van
den opstand in België. Het waren 5 cadetten, die zich loffelijk
hadden onderscheiden. (In het geheel waren bij de tijdelijke
schorsing der K. M. A. van October 1830 5 November
1836, 132 cadetten ingedeeld geweest bij de onderschei
dene korpsen van het mobiele leger).
De laatste decoratie, uitgereikt aan een officier, herkomstig
van de K. M. A., werd verleend in November 1927.
12 officieren, gesneuveld of overleden aan voor den vijand
bekomen wonden, werden na hun dood ingeschreven in de
registers van de kanselarij der beide Orden.
Behalve voor feiten, bedreven tijdens den Belgischen op
stand, tijdens het forceeren der straat van Simoneseki in
Japan (in 1864) en bij de krijgsoperatiën ter kuste van
Guinea (1869—1870), zijn de Koninklijke onderscheidingen
verdiend in Nederlandsch Oost-lndië.
Eén der gedecoreerden is op vreemd grondgebied later ge
sneuveld (Luitenant-Kolonel L. W. J. K. Thomson).
Zijn de op dit tableau aangegeven namen onafscheidelijk
150