Na een gezamenlijken koffiemaaltijd in de eetzaal, waarbij
de gebezigde servetringen der reünisten als voorheen hun
eigen wapennummer droegen, werd met een krans hulde
gebracht aan de gesneuvelde oud-cadetten.
BEZOEK VAN REÜNISTEN „1887".
OUDE BANDEN MET DE K. M. A. WORDEN
HERNIEUWD.
Op 2 October 1937 vereenigden zich op de Koninklijke
Milita ire Academie 23 reünisten, die een halve eeuw gele
den als cadet werden aangesteld. Het waren: gep. gen.-maj.
F. J. BACKER, gep. luit.-kol. G. VAN GINKEL, gep. luit.-
gen. tit. R. TEN SELDAM, gep. luit.-kol. M. v. d. VLIET, gep.
gen.-maj. L. WEBER, gep. kapitein D. VAN GEUNS, gep.
gen.-maj. A. KRUISHEER, gep. kol. tit. J. E. TIMMER, gep.
hoofdambt. L. H. VAN 't SANT, gep. hoofdingenieur, kol.
b.d. P. J. P. VAN DER STEUR, gep. luit.-gen. A. K. L. VER
SCHOOR, gep. maj. J. C. WAGNER, gep. gen.-maj. A. W.
E. GELDERMAN, gep. luit.-gen. C. A. PRINS, maj. C. J. P.
KAUB, gep. kapitein F. R. KUYPER, gep. kol. J. F. BOEK-
HOLDT, gep. kol. M. C. M. EYSSELL, gep. gen.-maj. H. K.
KOSTER, luit.-kol. P. H. SOETENS, luit.-kol. Jhr. J. C. C.
DEN BEER POORTUGAEL.
De gep. generaal-majoor der infanterie Kon. Ned.-lnd. leger,
A. KRUISHEER, hield hierbij de volgende rede:
Mijne Heeren I
De Bredasche subcommissie van ons réüniefeest verzocht
mij om ter gelegenheid van de kranslegging onder het
tableau van de op het veld van eer gevallen collega's
waaronder er een viertal zijn van de eigen promotie een
toepasselijk woord te spreken.
Aan dat verzoek voldoe ik gaarne.
Eere wien eere toekomt en waar ik er niet aan twijfel of alle
makkers, te wier nagedachtenis dit tableau hier werd ge-
152