HERINNERINGEN AAN 7 JANUARI 1937.
Donderdag; om half één roffelen de tamboers de reveille.
Het licht flitst aan, geeuwen, rekken. Haastig kleed ik
me. Naar beneden. Het regent, groote plassen staan op
de b innenplaats. In de eetzaal krijgen we koffie, ham en
eieren, maar we hebben nog geen honger.
Half twee, appèl.
Nog steeds groote plassen op de binnenplaats, maar het is
droog.
Verzamelen!" Glimmende helmen en nieuw-gele rie
men op grauwe overjassen. Sabels blinken.
,,Rechts-Richten!" Staat!" Star staan de sectiën: Kol
ven en vuisten gericht, de kin tegen den keelriem.
,,Marschcolonne formeeren! Aanvangende met de linker
sectie!. Voorwaarts - Marsch!" Dof dreunt de
compagnie de poort uit, de brug over, het Valkenberg in.
De eerewacht vormt een afzonderlijk detachement.
De haneveeren wapperen; zilveren giberne en nageltasch
blinken en fonkelen in lamplicht. Hoog-op zwaaiende wit-
geschoeide vuisten.
Drie, vier colonnes marcheeren evenwijdig aan elkaar in
doffe cadans onder de boomen van het Valkenberg, stam
pen over de bruggen, dof drommende soldatenhakken.
Schimmen van helmen, geweren en bajonetten, schaven en
kraken van ledergoed, glinsterende koperen trommen, mar
tiale kolbakken met zilveren kinkettingen.
Oorlogsgedachten. Wanneer.
De trein staat klaar, oude rammelende rijtuigen met een bal-
connetje. Instijgen". Rooken, zingen, eten, veronder
stellingen.
We denderen door een dood Rotterdam, maar op de stations
reizigers met valiezen en klapstoelen.
Den Haag. Hoornsignalen; de tamboers roffelen. Vlaggen,
slingers, sterren, marcheeren.
Reeds nu groepen Oranjeklanten met dikke dassen. Ze
moedigen ons aan. We doen ons best.
Hoofd der colonne rechts MarschI".Zwenken met zes
174