overkomen. Hij draagt zijn lot gelaten, hij is een vrome boer
en zal nooit opstandig worden, alleen verdrietig.
Hij is geliefd door iedereen, het meest door hen, die hem
van nabij leerden kennen, het allermeest door de knechten
en de arbeiders.
Een wijs bestuur is steeds over die hoeve gevoerd. Onder
het uilenbord staat met witte letters geschilderd een spreuk
op de teer van de groote schuur, een spreuk die niet alleen
uit gewoonte daar is aangebracht, maar werkelijk het devies
van boer Vermerre is geweest. Het zijn de woorden: ,,Ora
et labora".
De boer heeft zich altijd naar deze spreuk gedragen, en
heeft geleefd niet boven, maar naast zijn vele werkers.
De zeden en gewoonten der landstreek waren voor hem
heilig, evenals de rechten van de noeste werkers op zijn
hoeve.
Op Nieuwjaarsmorgen nooit is dit één keer nagelaten
komen alle arbeiders en knechten van de hoeve tezamen.
Allen geven ze den boer de harde arbeidershand, en allen
zeggen ze: ,,Veel heil en zegen in't Nieuwjaar, baas!" en
tegen de bazin: ,,En joe hetzelfde, vrouwe!"
Dan is het één van de zeldene keeren, dat de prachtige
pronkkamer door vreemden betreden wordt.
Als allen dan in breeden kring gezeten zijn, gaan de sigaren
rond en wordt een borrel geschonken. Port, brandewijn of
advocaat.
Er wordt gedronken op den boer, op de bazin. Een ieder
drinkt daarna zooveel hij wil. Velen komen dan 's middags te
laat voor het eten.
Als 't Paschen is geworden, brengt ieder die dan werkt op
de hofstede genaamd ,,Het Houten Paard" een ,,male"
mee, die 's morgens van den Zaterdag voor Paschen wordt
ingeleverd bij de eerste meid.
En 's middags, bij het uitbetalen der arbeidsloonen, vindt
iedereen zijn zakje gevuld met eieren. Vier voor den vader
en de moeder, één voor elk kind. Dat is het vaste tarief van
,,Het Houten Paard". De arbeiders weten niet dat het ooit
anders is geweest.
7) Zakje van een of andere stof.
178