185 Laat 't ros niet ontglippen En in den rand van de pet Van menig cadet Zit een strand Van grauw zand. Enkels, hoofden en polsen [rollen, Ruggegraat strekken en [weer bollen. Een matige draf Bij wijze van variatie Is voor velen een straf Of oorzaak tot hallucinatie. Want zij die hem kieren En in plaats van den teugel [te vieren Er aan zitten te mieren, Loopen bij d'edele dieren Weldra in de gaten, Als zij 't niet laten. Galop En halsgeklop Volgt hierop. De kans om zijn ruiter Een onhandige snuiter Uit 't zadel te wippen, Maar aan 't eind van het [lesuur, Voor velen een zweetkuur Van zeer langen duur, Worden door paarden [klontjes gegeten, Waar door de ruiters in 't [zand werd gebeten. J. M. N. r- r.*.;

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Almanak der Koninklijke Militaire Akademie | 1937 | | pagina 199