like Tjilke
Tjiepe Tjilke
like Tjilke
Tjol.
Aandachtig luisteren allen toe, en hij, wiens vuist het „Tjol"
ontvangt, is aangewezen. Verder gaat het spel, en Stans
peinst lang alweer over andere dingen: z'n zeis en 't schut
tersfeest.
Zoo volgen de gedachten elkander op en straks is het weer
tijd geworden voor 't slapen gaan.
Dan keert de zomernachtenrust zwoel over VlaandTen
weer. Stans Lammens smookt zijn pijpe en knikkebolt. Zoo
lang het zomer is, zal hij dat doen daar op diezelfde plaats,
zoolang zullen ook de kinderen hun ,,Olleke bolleke" aftel
len en zal er vreê zijn.
Maar toen is de dag gekomen, in diejen zelfden zomer,
waarop Stanske ,,Nondejuu" gezegd heeft.
Dat was op dien dag, waarop de champèter langs 't huis
van Stans gekomen is en gezegd heeft met een vreemde
stem: ,,Den Duts is in het land gevallen". Toen zei Stans:
,,Nondejuu". En als hij dat zei, dan was er iets buitenge
woons aan de hand. Het gebeurde niet dikwijls in zijn leven
dat hij zulk een woord uitte.
Tweemaal had hij het eerder gezegd: bij de geboorte van
z'n tweeling, en bij de straf van twintig franken boete
wegens verstoren der openbare orde.
En nu op dezen dag is het de derde maal. Hij staat er met
z'n handen in de zakken van z'n boks. Zijn pijpe is uitge
gaan en de kinderen spelen niet meer op den weg. Met
dat eene, eene woord is gansch Vlaand'renland van aan
gezicht veranderd.
Wild vliegen de gedachten door den kop van Stanske.
,,Den Duts, den Duts", dat is oorlog. De gazet heeft er over
geschreven, maar Stanske heeft dat niet begrepen. .Oor
log", dat begrijpt hij niet. Hij heeft wel gediend bij het zoo-
veelste Linieregiment, maar dat is al bijna vijftien jaren gele
den. Nooit heeft hij de mogelijkheid van oorlog overwogen.
Nooit heeft dat z'n kop doorspeeld bij pijpe of pinte bier.
190