Hij, Stanske Lammens, zal in den oorlog moeten. Oorlog",
hij denkt niet meer, de wanorde in z'n hoofd is te groot. Het
duizelt hem. Oorlog dat is voor hem hetzelfde als ge
schiedenis Oorlog is alles wat beschreven staat in ,,De
Leeuw van Vlaanderen en oorlog is het verhaal op schole
den vierden Juli: Guldensporenslag.
Maar nu, nu in zijn eigen leven - oorlog, nee, dat is hem te
machtig. Hij zal moeten gaan naar de stad, zal weer vreemde
kleer aan krijgen. Een geweer, barsche woorden. Maar dat
alles is niet erg, nee, dat onbekende, die zwarte lucht, die
oorlog, dat doet hem zweeten over heel z'n lichaam.
Vechten zal hij moeten, vechten, hij, Stans Lammens,
boerenknecht uit Damme. Dat kan nooit.
Eén keer heeft hij gevochten: bij de geboorte van zijn vijfden
zoon! Maar dat was na een genoegelijken avond, op dien
geboortedag, in 't staminee, toen de champèter om half vier
de zaal ontruimen kwam. Twee dagen later wist Stans dit
pas. t Gevolg hiervan was twintig franken boete, toen heeft
Stans ,,Nondejuu" gezegd.
Vechten zal voor hem gaan worden, moedwillig vechten,
doelbewust. En dat kan hij niet! Hij kan niet vechten, want.
en nu gebeurt er iets om het hart van Stanske. Net of er iets
omheen getrokken wordt. Het is: de angst. Vechten: bloed;
kermen. Stanske wordt van heet, koud. Hij rilt. Een moede
loos gevoel doorkruipt z n leden. Hij, die bang is voor den
oorlog, voor den onbekenden dood, wil maar liever sterven.
Maar sterven doet hij niet. Hij leeft.
Ondanks z n moeheid van gedachten, begint er toch meer
ordening en rust te komen in die war'ling in z'n kop. Er begint
iets te groeien in z n hersens. Iets waar hij niet over denken
wil en dat zich telkens weer naar voren dringt.
Angst neemt meer en meer bezit van heel zijn innerlijk
wezen. De angst is de drijver van al z'n gedachten. Stanske
overweegt de mogelijkheid van het zich onttrekken aan dat
vreemde, dat onbekende. Maar als hem dit steeds georden-
der voor oogen staat, voelt hij het verkeerde er van, voelt
hij dat Vlaand renland hem dan verachten zal; dat. maar
z n leven dan, z n eenigst leven, z n lijf, z'n vrouw, z'n kin-
191