Inspecteur der infanterie:
Generaal-Majoor W. F. A. HACKSTROH.
Inspecteur der cavalerie, tevens Commandant der Lichte brigade:
Kolonel H. F. M. Baron VAN VOORST TOT VOORST.
Inspecteur der artillerie:
Generaal-Majoor J. H. CARSTENS.
Inspecteur der genie:
Generaal-Majoor G. C. BELTMAN.
Inspecteur der militaire administratie:
Kolonel J. C. PABST.
Inspecteur van den geneeskundigen dienst der landmacht:
Generaal-Majoor S. W. PRAAG.
Inspecteur van den vrijwilIigen landstorm:
Reserve-Generaal-Majoor Ff. DE IONGH.
Inspecteur der Koninklijke Marechaussee:
Kolonel J. VAN SELM.
Directeur voor het materieel der landmacht:
Generaal-Majoor U. J. W. ROLDANUS.
Ffoofdintendant:
Kolonel A. NUMANS.
Directeur van de Hoogere Krijgsschool:
Luitenant-Kolonel van den Generalen Staf W. M. L. VAN ALPHEN.
Gouverneur der Koninklijke Militaire Academie:
Kolonel H. C. G. Baron VAN LAWICK.
Commandant van het Koninklijk Instituut voor de Marine:
Kapitein ter zee C. J. Baron VAN ASBECK.
Leger- en vlootpredikant in algemeenen dienst:
Ds. H. JANSSEN (gelijkgesteld met den rang van Kolonel).
Hoofdaalmoezenier voor leger en vloot:
J. J. J. NOORDMAN (gelijkgesteld met den rang van Kolonel).
10
