Nacht.
Feut wacht
in 't donker.
Geluiden trillen.
Doen hem rillen.
Beeft in 't nest,
voor de pest
der oudste jaars.
Ligt niet alleen.
Om zich heen
veldflesch - blik
hockey-stick.
Plannen warr'len.
Daden scharr'len
door z'n hoofd.
Ziet oudste jaars
een kool gestoofd.
Morpheus echter,
Ras-voorvechter
van den Keerder,
is beheerder
van den slaap.
Wiegde warm
in z'n arm
onze held.
Feutje droomde
zelf te zijn
deelgenoot
aan keerfestijn!
Senaat
ondergaat
voor z'n geest
het tempeest:
Donder en nat.
Hij grijnst
in z'n slaap.
En het fijnst
is z'n wraak,
die zal treffen
Een slag, geplets,
de d room verteert,
de feut is gekeerd