Particuliere Velduitrusting „model H. Nymus". (1Wenschelijk is den man op het gevechtsveld een degen, c.q. eenige meesterteekens, mede te geven, ter ophef fing van het moreel. (2) Om de gedachte te bepalen, moet de man verder nog medevoeren: twee paar handschoenen, t.w. één paar bruine voor het doorschrijden van kreupelhout, en één paar witte voor het reinigen van het geweer. Beide handschoenen „model Hoksjors". (3) Verder zij nog aanbevolen een eventueel aan te bren gen zak tot berging van balgmateriaal. Deze voorstellen zijn reeds een jaar gepropageerd. Inlichtingen onder No. 15, 2e Compagnie. Organisatie. Het ligt in de bedoeling van het D. v. D. een z.g. Platen- bataljon op te richten. De kern is thans reeds aanwezig, n.l.: De bataljonscommandant (Plaat 10); De bataljonsadjudant (Plaat 13); en De Plaat met de Fiets. De yell van dit beroemde bataljon zal zijn „Plaat op Plaat", en tevens zullen als b.m. op de houding, de handen óp de buik worden gehouden. Op stadsschoon in Breda: Not so bad, die Kermis. Op Indisch luitenant: En dan heb Ik nog wat. Op „Lange": Zooals men hem nog nimmer vond, Geen brulgelach om zijn gesloten mond. 215

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Almanak der Koninklijke Militaire Akademie | 1937 | | pagina 229