Verklaring der voorkomende afkortingen.
32
O.N. 1, 2, 3, 4, 5, 6, Grootkruis, Groot-Officier, Commandeur,
7, 8. Officier, Ridder, Gouden-, Zilveren-, Bronzen
medaille der Orde van Oranje Nassau.
B.K. 9, 12, 18, 22. Eereteeken voor Belangrijke Krijgsbedrijven
met de gesp:
9 Atjeh 1873-1896
12 Atjeh 29 Maart 1896—1900
18 Zuid-Celebes 1905 1908
22 Atjeh 1911-1914
(15), (20), (25)...(50) Eereteeken voor langdurigen Nederl. dienst
als officier.
HwM. Huwelijksmedaille (uitgereikt ter gelegenheid
van het huwelijk van H.K.H. Prinses Juliana).
W.M. 1, 2. Watersnoodmedaille in zilver, in brons.
N.OO. 1,2, 3. Medaille van het Nederlandsch Olympisch
Comité in goud, zilver, brons.
N.O.C. n.v.kKruis van het Ned. Olympisch Comité (Natio
nale Vijfkamp).
J 2. Eere Ridder der Johanniter-orde.
B.M.K. 1, 2. Belgisch Militair Kruis der 1ste en der 2de
klasse.
NA. 3, 4, 5 (mk). Commandeur, Officier, Ridder van de Orde
van Adolf van Nassau. (Luxemburg),
(gewijzigde statuten) (mk; met de kroon)
E.K. 13, 4, 5. Grootkruis, Commandeur, Officier, Ridder
der Orde van de Eikenkroon. (Luxemburg).
O.C. 5. Ridder der Orde van Cambodja (Frankrijk).
Z.M. Zilveren medaille voor 24-jarigen trouwen
militairen dienst.
B.M. Bronzen medaille voor 12-jarigen trouwen
militairen dienst.
O. d'A. Officier d'Académie. (Frankrijk).
E.P.F. Eeremedaille voor lichamelijke opvoeding
(Education Physique) (Frankrijk).
