Eén van de rustbanken stond recht overeind en daar was
het een onbeschrijfelijke verwarring. Een van de mummies
lag op den grond, de kaken van elkaar, alsof er een lugubere
gil zou volgen. Er waren drie andere mummies bij; de eene
hield een schepemmer in de hand, de andere had de lood
recht staande rustbank vast en de derde (in zijn nabijheid
werden eenige metalen sterren en een zwaard gevonden)
stond bij den ingang van het vertrek en zooals de prof. dat
zoo geestig uitdrukt: Gereed tot een sprong".
Vele kleedingstukken waren te vinden. Zoo zag men hem
den, die stonden naast de rustbanken, totaal versteend en
hinderlijk, aangezien de werklui er zich telkens tegen stoot
ten. Verscheidene mummies hadden bekleedselen om de
voeten, die keihard waren en even over den enkel reikten.
Vermoedelijk waren dit wollen zakjes, waarin de voeten
gewikkeld werden bij het slapen in den winter.
We kunnen ons hierdoor dus een goeden indruk vormen
van de kleeding en nachtelijke gewoonten van den oer-
mensch uit 1938.
Door een plotselinge plaatselijke instorting kwam men vele
meters lager in een zuilengalerij terecht met een klein hokje.
Hier werd maar één enkele jeugdige mummie aangetroffen,
voorzien van een zwaard, geen schoeisel. Deze mensch
moet in zittende, c.q. slapende houding zijn verrast. In dit
hokje waren eenige schietwerktuigen uit het buskruit-tijdvak,
benevens een kast met sleutels en een melkkannetje.
Verderop was een deur en hier moet de folterkamer van
het gebouw geweest zijn. In kleine kerkertjes met zware
tralies lagen meerdere mummies; waarschijnlijk boeven, die
streng gestraft waren. De mensch van toen was nog zeer
wreed. Hier in deze kerkers zal menige zucht gelaten zijn.
Gelijkvloers met deze galerij der smarten was ook een loka
liteit verdeeld in nog kleinere hokjes, waarin een mensch
zich amper kan bewegen, met porceleinen stoelen, zonder
zitting en een menigte flesschen. Indertijd zeker gevuld met
geestrijke dranken. Misschien was dit de piaats, waar men
onder gezelligen kout onder elkaar een borrel dronk. Zoo
iets als een bar dus. Maar wie zal 't zeggen?
De professor is op dit punt in hevige debatten met collega's.
144