Daar zaten in iedere herberg een klein aantal menschen
te spelen op zeer vreemde instrumenten en het volk in die
herbergen danste op de maat van deze muziek nieuwe
dansen, die ze ,,trotts" en walks" en glides noemden,
dansen, die de scheepvaarders hadden medegebracht uit
een ver land, waar negers en blanken woonden en waarvan
men sprak als ,,de Nieuwe Wereld".
Overal in het stadje heerschte jolijt, overal klonk de muziek,
overal danste men of zat men in het rond te wervelen op
houten paarden en varkens, overal deed men raar, overal
at men zoetigheden.
Overal was het kermis.
In het oude kasteel fluisterden de jongelingen reeds vele
dagen elkaar geheimzinnige dingen in het oor.
Ook tot hen waren de geruchten doorgedrongen van het
vreemde volk, dat in de stad houten huizen had gebouwd
en ook zij zouden graag kennis nemen van de dingen die
gebeurden in en om die huisjes. Enkele ouderen, wier
schouders met goud bedekt waren en die zich na het vallen
van de duisternis nog in de stad mochten ophouden, ge
waagden reeds van de ongekende vreugden, die in het
stadje te beleven waren, maar de jongeren waren gespeend
van laat-avondsche bezoeken aan den, buiten de burcht
muren gelegen, stadsgrond. Immers, zij stonden nog pas aan
het begin van hun opleiding tot krijgsman en een Spartaan-
sche discipline behoorde onder hen gehandhaafd te worden.
Viel dan ook de duisternis over de veste, dan was het de
taak van den poortwachter om nauwgezet toe te zien dat
ze niet ongemerkt over de slotbrug in- of uitslopen. Door
deze onvrijwillige opsluiting en de moreele uitwerking
dreigde de gevreesde krankte, die op de meest onverwachte
tijdstippen binnen de burchtmuren om zich heen greep, zich
weer in griezelige afmetingen voor te doen. Deze gevreesde
ziekte, die reeds verschillende geleerden de haren ten berge
had doen rijzen in den loop der tijden en waartegen nog
steeds geen goed geneesmiddel was gevonden, werd alge-
150