DRIFTING AND DREAMING, SWEET PARADISE.
Een borreltje; ontzettend lekker.
Ik wandel langs de wacht. Een vriendelijk mannetje komt op
me toe en noodigt me dringend uit, toch naar binnen te
komen.
,,U bent wel wat laat Jonker, een uur of wat, maar ik zal U
toch maar doorlaten; ik maak geen rapport ziet U en zelfs
geen melding. Gaat Uw gang, Jonker!"
In de vestiaire vechten twee gedienstigen om mijn mantel,
vegen stofjes en regendruppels er af en hangen hem aan
een kleerhaak.
Ik hoef geen stap meer te doen; de lift-boy wenkt me al.
Welke étage?" Eerste". Alstublieft".
In de leeszaal is het zoo stil, dat ik mijn hart hoor bonzen.
Het geluid van mijn voetstappen wordt gesmoord in tapijten,
waar Nebucadnezar jaloersch op zou zijn. Mijn kuchje
breekt de stilte en een paar lui kijken gestoord op uit hun
lectuur.
Nee, de stilte doet me geen goed.
In de cantine is het gezelliger, stemmige lambrizeering en
kostbare gobelins veranderen het geheel in een heeren-club
uit Londen. Mijn voeten rusten op een voetenbank; zelf ben
ik weggedoken in een easy chair. Niemand heeft twéé stoe
len noodig om in te liggen.
,,Boy!" Een correct gekleede butler staat reeds in de hou
ding, het servet over den onderarm, de pols licht gebogen,
de vingers aaneengesloten om het potlood, ter noteering van
de bestelling.
,,De Jonker wenscht?"
,,Een cocktail-Kilacadmon en vlug een beetje".
De shaker in de bar is al bezig en een zalige godendrank
bereikt mijn droge keel.
,,Mag ik er U attent op maken, dat Uw kraag openstaat? U
kunt zoo licht kou vatten!"
,,Dank U, dank U zeer.
En de O. v. P. verdwijnt geruischloos en glimlachend. Heer
lijke stoel, vele klares en nog meer.
Weer komt de butler: Monsieur est servil"
157