Beknopt historisch overzicht van 24 November
1828 24 November 1938.
De K.M.A. belichaamt een stuk militaire historie, welke recht
heeft op groote belangstelling en waardeering.
In de 17e en 18e eeuw werd het wetenschappelijke onder
richt voor de officieren gegeven aan de verschillende Hooge-
scholen, waar afzonderlijke hoogleeraren voor militaire vak
ken waren aangesteld. In dit verband verdienen vermelding
de vermaarde hoogleeraren Ludolf van Keulen, docent in den
vestingbouw te Leiden en Bernard Fullnius, hoogleeraar in
de wiskunde en vestingbouw te Franeker, waar hij Jan Willem
Friso en Coehoorn onder zijn leerlingen mocht tellen.
In 1789 werden krijgskundige artillerie- en geniescholen op
gericht, later genoemd: Koninklijke Artillerie- en Genie
school" te Amersfoort.
Koning Lodewijk Napoleon richtte in 1806 te Ronsholredijk
de Koninklijke Militaire Cadettenschool op voor de wapens
der Infanterie en Artillerie, welke later vereeniqd werd met
de school te Amersfoort, tot de Koninklijke Militaire School
te 's-Gravenhage.
Na de inlijving van Rolland bij Frankrijk werd ook deze
school in 1810 ontbonden.
Nadat in 1814 te Delft nog een Artillerie- en Genieschool
was opqericht, werd eindelijk bij besluit van 29 Mei 1826
door Zijne Majesteit Koning Willem I de oprichting der
Kon inklijke Militaire Academie gelast.
Z.M. had daarvoor het roemrijke Kasteel te Breda, oor
spronkelijk bezit van Jan van Polanen, Reer van Leek, uitver
koren om er de bloem van Neerland's jongelingschap op te
leiden op krijgskundig, maritiem en waterstaatkundiq gebied.
Op 24 November 1828 werd deze.inrichting plechtig inge
wijd door Z.K.R. Prins Frederik der Nederlanden, sindsdien
de vader dier inrichting genoemd.
Tot deze Academie werden toegelaten jongelieden van 14
tot en met 18 jaar, die opgeleid werden tot Officier bij de
onderscheidene wapens en tot adspirant ingenieur van den
Waterstaat.
De opleiding duurde 4 jaar, terwijl de Officieren van
135