steeds tusschen de K.M.A. en de Bredasche bevolkinq had
bestaan.
Een intieme plechtigheid vond 's morgens plaats in de can-
tine, waar de voorzitter van den Senaat, de cadet-sergeant
D. de longh namens het corps een zilveren krans op het
gedenkteeken van de gesneuvelden legde. Een aangenaam
aandoende verrassing was het, toen de drie bij de K.M.A.
gedetacheerde Belgische officieren naar voren traden om
eveneens een krans te leggen op het gedenkteeken; over
welk nobel gebaar de Gouverneur in de sluitingsrede van
deze plechtigheid zijn groote waardeering uitsprak.
De receptie.
's Middags werd om drie uur een receptie gehouden. Bij
monde van Luitenant-Kolonel Stuvel werden de gelukwen-
schen van de officieren en burgerleeraren overgebracht.
Namens een commissie uit de Bredasche burgerij kwam de
heer Ir. A. F. J. Beukers den Gouverneur gelukwenschen. In
z'ntoespraakweesdeheerBeukers op de goede verstandhou
ding tusschen de burgerij en de Academie en bood namens
het comité een klok aan, om aanvang en einde der oefenin
gen en lesuren aan te kondigen. Een tweetal officieren van
den Belgischen generalen staf, de kapiteins Heirman en Van
Bingen, verschenen vervolgens in de receptiezaal. Kapitein
Heirman bracht in een in het Nederlandsch uitgesproken
rede de gelukwenschen over van zijn commandant, Generaal
Nijssens, gouverneur der Belgische Koninklijke Militaire
Academie.
De feestelijkheden ter eere van het 110-jarig bestaan der
Academie hadden een bijzonder cachet doordat tevens
gevierd werd „het" Assautl
De schermwedstrijden tegen de Adelborsten, welke in den
namiddag aanvingen, kenmerkten zich door het keurige
werk dat geleverd werd; vooral de partijen sabelschermen
waren uitstekend.
In Casino was een bioscoopvoorstelling, speciaal voor de
cadetten met hun invités, waarna om zes uur een feestmaal
tijd voor de cadetten plaats had.
139