K.M.A. A.B.C. A. A. is de Academie, waar wij minstens 3 jaar hebben gezeten, om te vossen, te maffen, te zuchten en te zweeten. A. zijn ook de Asymptoten, die een jaar doubieeren mochten, en als gevolg daarvan een reuze hoop praatjes verkochten. B. B. is de balkan, waar het zoo lekker kon tochten, en waar de jonkers bij drommen om een zitplaatsje vochten. B. zijn ook de bajadères, de schoonsten aller vrouwen, waar de jonkers wel naar mochten kijken, maar niet van mochten houden. C. C. is de cantine, waar Franssen den scepter zwaaide, en met feilloozen greep 8 Russen uit het doosje graaide. C. is ook het Carnaval, het jaarlijks terugkeerend feest, waarvan de gevolgen niet altijd even prettig zijn geweest. D. D. is de Duiventoren, waar zomers de jasmijnen geuren, en dweepzieke jonkers om verloren liefdes treuren. D. is ook de dansles, waarbij wij ons kostelijk amuseerden, en de helft van de jonkers steeds voor dame fungeerde. E. E. is de eetzaal, waar je visch met peenen kreeg, en waar op het geluid van het belletje de heele gemeente zweeg. E. is ook het eeuwig laantje, waar geen eind aan scheen te komen, en waar menige idylle een droevig einde heeft genomen. F. F. is de facteur, steeds omringd door een biggende jonkerschare, in de hoop, dat er postwissels of minnebrieven waren. F. zijn ook de feuten, in vroegeren tijd meer bekend als baren, die als slachtoffer van den bloedraad lang niet gelukkig waren. G. G., dat is Ginneken, waar zooveel mooie meisjes woonden, die wij Zondagsmiddags mee naar de voetbalmatch troonden. G. is ook de gort, die ons 's morgens vroeg werd opgeschept, waardoor wij thans nog steeds met afkeer voor deze edele spijs zijn behept. H. H. is Henricus, die eens in het kasteel van Breda heeft gewoond, en wiens naam ook nu nog boven de binnenpoort troont. H. is ook den Haag, waar de cadettenbals werden gegeven, en vele jonkers zich onderdompelden in het mondaine leven.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Almanak der Koninklijke Militaire Akademie | 1939 | | pagina 169